Wilsonbekwaamheid erflater? Notaris aansprakelijk? Schending zorgplicht notaris? Stappenplan

Van onze advocaat erfrecht. De Rechtbank Noord-Holland heeft op 18 oktober 2017 uitspraak gedaan over de wilsonbekwaamheid van de erflater. Was de notaris aansprakelijk? Was sprake van een schending van de zorgplicht van de notaris bij het volgen van het Stappenplan?

Het gaat in deze zaak om de nalatenschap van de vader en de moeder van A. Deze nalatenschap omvatte het vermogen van zijn ouders, feitelijk bestaande uit de overwaarde van de twee woningen. Het is datzelfde vermogen dat de ouders van A gedurende hun leven hadden opgebouwd en waarover zij bij leven konden en mochten beschikken.

De advocaat van A stelt in deze procedure dat de moeder ten tijde van het wijzigen van haar testament op 20 april 2006 niet meer over haar vermogen mocht beschikken, omdat zij op dat moment niet meer in staat was tot een redelijke waardering van haar belangen. De advocaat van A vecht echter niet de geldigheid van het testament aan, maar spreekt de notaris aan, omdat zij haar zorgplicht zou hebben geschonden. Zijn moeder was ten tijde van het wijzigen van het testament dement en de notaris had dat moeten opmerken, aldus de advocaat van A.

De notaris heeft zowel het een als het ander gemotiveerd betwist.

A betwist niet dat zijn vader ten tijde van het wijzigen van zijn testament nog in staat was om zijn belangen te behartigen. Hij stelt weliswaar dat zijn vader op dat moment aan prostaatkanker leed, met uitzaaiingen naar zijn botten en dat hij daarvoor pijnbestrijding kreeg, maar dat zegt nog niets over zijn mentale staat. Bovendien heeft A zelf als onderbouwing van zijn stellingen aangevoerd dat zijn vader ook in april 2006 nog dominant over zijn moeder was. De rechtbank acht aannemelijk dat juist de terminale ziekte van vader aanleiding was om na te denken over zijn nalatenschap en gaat ervan uit dat het gewijzigde testament van vader zijn laatste wil verwoordde.

Tegen deze achtergrond is niet onmiddellijk aannemelijk dat het testament van moeder niet haar werkelijke wil verwoordde.

A woonde sinds 2004 naast zijn ouders. Ook na het overlijden van zijn vader in 2006 is hij naast zijn moeder blijven wonen. Moeder leed aan diabetes en had een hoge bloeddruk. Toch is er in deze periode geen arts geweest die iets heeft vastgelegd over enige dementie van moeder. Nergens wordt de stelling van A dat zijn moeder dementerend was met enige medische verklaring onderbouwd. Er was de nodige thuishulp, maar voor zover bekend is ook daar geen indicatie gegeven waarbij dementie een rol heeft gespeeld of zelfs maar is genoemd.

A heeft naar eigen zeggen ook nooit met zijn zus E (met wie hij toen nog een goede verstandhouding had) over dementie van moeder gesproken. A had naar eigen zeggen regelmatig contact met de huisarts van zijn ouders, onder andere over medicijnen, maar ook met de huisarts heeft A nooit over dementie van zijn moeder gesproken.

A baseert zijn stelling vooral op feiten, die ontleend zijn aan zijn eigen ervaringen met zijn moeder. Het lijkt erop dat hij deze feiten achteraf is gaan interpreteren als symptomen van dementie.

Als eerste noemt hij de viering van haar verjaardag in 2001; tijdens het diner zou zijn moeder driemaal binnen korte tijd aan A hebben gevraagd of hij het eten lekker vond. Daarin ziet A achteraf aanleiding om te veronderstellen dat het proces van dementie op dat moment al begonnen was.

Nog daargelaten hoe dit precies in zijn werk is gegaan, onderbouwt deze gebeurtenis natuurlijk niet dat moeder in 2006 zodanig dementeerde, dat zij niet meer in staat was haar wil op een behoorlijke wijze te vormen.

Als tweede argument voert A aan dat zijn moeder altijd een verwoed puzzelaarster was en dat hij later heeft ontdekt dat zij in een puzzel in 2004 diverse fouten had gemaakt, die zij voorheen nooit maakte. Het gaat hier om een 4-sterren doorloper, waarin moeder van de 210 woorden er 11 niet geheel correct heeft gespeld. Fouten als farte in plaats van farce en tetera in plaats van cetera, cede in plaats van cedi en stasement in plaats van statement duiden voor een 80-jarige naar het oordeel van de rechtbank niet direct op dementie, mede in aanmerking genomen de moeilijkheidsgraad en de hoeveelheid juist ingevulde woorden in deze moeilijke puzzel.

Ten slotte heeft A erop gewezen dat zijn moeder na de verhuizing in augustus 2004 geen hobby’s meer had, terwijl zij vroeger verwoed schilderde en knipwerk deed. Zij was ook gek op kippen en fokte kipjes op. Daar deed moeder niets meer aan en ze kwam ook niet meer buiten. Ze was in 2006 niet meer aanspreekbaar en een praatje met haar maken was niet meer mogelijk. Twee getuigen verklaarden onder ede echter het tegenovergestelde, zoals hierna zal blijken.

Het voorgaande leidt er niet toe dat A bewijs van zijn stellingen heeft geleverd, ook niet als de drie factoren in onderling verband worden beschouwd. A heeft echter tevens verzocht om een aantal getuigen te doen horen. Hun verklaringen zullen hierna aan de orde komen.

Als getuige heeft A mevrouw J (geen familie van eiser) laten horen, die in de periode na het overlijden van vader eenmaal per twee weken drie uur huishoudelijke hulp aan moeder heeft verleend. In een driegesprek met A en de advocaat van A zou zij volgens de beëdigde getuigenverklaringen van A in april 2013 hebben verklaard dat moeder volgens haar waarneming in verregaande staat van dementie verkeerde.

Uit deze getuigenverklaringen volgt niet dat moeder ten tijde van het wijzigen van haar testament in 2006 dementerend was. Bewijs van die stelling heeft A dus niet geleverd en al helemaal niet van het tweede deel van zijn stelling dat zijn moeder (daardoor) niet meer in staat was haar belangen te overzien.

Wilsonbekwaamheid erflater? Notaris aansprakelijk? Schending zorgplicht notaris? Stappenplan

Ten aanzien van de door de notaris in acht te nemen zorgvuldigheid bij het opstellen van het testament merkt de rechtbank allereerst op dat die zorgplicht wel gold jegens vader en moeder, maar niet jegens A. Anders dan waarvan A in zijn stellingen uitgaat, hoefde de notaris bij het opstellen van het gewijzigde testament geen rekening te houden met de belangen van A.

De zorgplicht strekte er in dit geval toe dat de notaris zich ervan vergewiste dat de verklaring van de ouders dat zij hun zoon wilden onterven, overeenstemde met hun wil. De notaris diende te toetsen of vader en moeder begrepen wat de rechtsgevolgen zouden zijn van hun keuze.

A stelt dat voor de notaris het protocol “Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening” gold. Hoewel dat protocol in mei 2006 door de KNB is vastgesteld, kan worden aangenomen dat het weergeeft wat voor de notaris in april 2006 ook als zorgvuldige werkwijze gold. Aan de hand van een dertiental indicatoren dient de notaris zich de vraag te stellen of er gerede twijfels zijn over de wiksbekwaamheid van de cliënt voor de te nemen beslissing en of de indruk bestaat dat er gezien de indicatoren sprake is van beïnvloeding door derden.

Van die indicatoren gold dat moeder op hoge leeftijd was (80 jaar), dat het initiatief voor het verzoek tot dienstverlening van een ander dan de cliënt kwam (dochter E heeft geregeld dat er een afspraak werd gemaakt) en dat de inhoud van het nieuwe testament ingrijpend afweek van een eerder testament.

Gezien de hiervoor weergegeven getuigenverklaringen is van andere “signalen van moeder” niet gebleken. De notaris heeft tweemaal uitvoerig met de ouders gesproken. Het doorlopen van het stappenplan hoefde er niet toe te leiden dat de notaris zou moeten twijfelen aan de geestesgesteldheid van de moeder.

Op grond van al het voorgaande dient te worden vastgesteld dat de notaris haar zorgplicht niet heeft geschonden en geen beroepsfout heeft gemaakt. De vordering zal daarom worden afgewezen.

A heeft op basis van eigen onderzoek een “Reconstructie van het leven van notaris B” gemaakt. Zijn onderzoek bestond, zo beschrijft hij, uit gesprekken met onder meer oud-collega’s, medestudenten en de moeder van de notaris. De dagvaarding meldt hierover het volgende:

“Blijkens de reconstructie lijdt de notaris aan epilepsie en als gevolg daarvan faalt haar geheugen regelmatig. Als gevolg van een aantal zeer stressvolle, althans uitzonderlijk ingrijpende gebeurtenissen in het leven van de notaris, is A tot de conclusie gekomen dat het beoordelingsvermogen van de notaris destijds bij het passeren van de akte dermate is aangetast, dat de notaris alleen daarom al de akte van de moeder niet had mogen verlijden en overigens toen überhaupt niet aan het werk als notaris had mogen zijn.

In het najaar van 2004 overleed plotseling de partner van de notaris. Twee dagen later overleed de zuster van de notaris. De uitvaart van de partner en de zuster was daags achter elkaar. A concludeert dat de notaris als gevolg van de vele stressvolle gebeurtenissen een score behaalde destijds van 457 punten op de zogeheten ‘Life Event Scale’. Volgens psychiaters die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van deze schaal, is het risico op ziek worden hoog tot zeer hoog bij een score van boven de 300 punten.”

Anders dan de advocaat van A – ter zitting naar de professionele onderbouwing van dit standpunt gevraagd – acht de rechtbank dit standpunt van A volstrekte onzin en gaat er verder aan voorbij.

Niet helemaal onbegrijpelijk is dat A achterdochtig is over de hele gang van zaken. En evenals het gerechtshof in de tuchtprocedure wil de rechtbank opmerken dat het voor A hard is dat hij is onterfd. Het is echter kennelijk de wil van zijn ouders geweest, zoals hiervoor overwogen. En zij hadden het recht om over hun eigen nalatenschap te beschikken. Dat kan de notaris niet worden verweten.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over de wilsonbekwaamheid van een erflater, de nietigheid van een testament, over de aansprakelijkheid en zorgplicht van de notaris bij het volgen van het Stappenplan, belt u dan gerust onze advocaat erfrecht op 020-3980150.